Inhoud

Trainen met een hartslagmeter

  1. Slavendrijver of trainingsmaatje?
  2. Waarom trainen met een hartslagmeter?
  3. Formule van Karvonen
  4. Trainingszones

Trainen met een hartslagmeter...

HOME >>>

3. Formule van Karvonen

Daar sta je dan met je gloednieuwe hartslagmeter. Je hebt keurig volgens de gebruiksaanwijzing de borstband vochtig gemaakt en je ziet en hoort plotseling je hartslag piepen. Wauw! Je gretigheid kent geen grenzen en je wilt op pad. Maar op welke hartslag kun je eigenlijk het beste lopen?

De juiste intensiteit is van een aantal factoren afhankelijk. Natuurlijk spelen fysiologische factoren een rol - daarover later meer - maar ook andere omstandigheden hebben invloed op de "juiste" intensiteit, bijvoorbeeld:

  • Trainen voor korte wedstrijdafstanden vraagt een hogere gemiddelde intensiteit dan trainen voor een marathon, waarvoor veel trainingsomvang is vereist bij een relatief lage intensiteit.
  • De soort training die op een bepaalde dag op het programma staat is ook bepalend voor de intensiteit waarmee je traint. Bij een intensieve intervaltraining moet je hartslag veel hogere waarden bereiken dan bij een lange langzame duurloop.
  • De fase van de trainingscyclus is ook belangrijk voor het bepalen van de juiste hartslag. In de beginfase van de marathontrainingscyclus train je meer op omvang bij een lagere intensiteit dan later in de cyclus wanneer meer snelheidswerk aan je trainingen worden toegevoegd.

Goed, je weet waar je je in de trainingscyclus bevindt, je weet voor welke afstand je traint en wat voor soort training je wilt gaan doen vandaag. Dan rijst de vraag wat voor jou persoonlijk de juiste intensiteit is. Dat is afhankelijk van hoe jouw lichaam ervoor staat. De belangrijkste twee fysiologische factoren zijn je niet beïnvloedbare maximale hartslag en je door training te verlagen hartslag in rust:

  • De maximale hartslag (HFmax) vertoont een negatief verband met leeftijd: met het klimmen der jaren daalt de maximale hartslag. Een veel gelezen vuistregel is dat voor mannen een maximale hartslag geldt van 220-leeftijd en voor vrouwen 226-leeftijd. Dit is echter wel gebaseerd op gemiddelden en niemand is gemiddeld. Het is dus beter de maximale hartslag vast te (laten) stellen door middel van een test over bijvoorbeeld 800 meter voluit na een super warming-up.
  • De hartslag in rust (HFrust) vertoont een negatief verband met iemands fitheid: hoe fitter iemand is, hoe lager de hartslag in rust. Dit trainingseffect doet zich al na enkele weken training voor. Een normaal persoon heeft een hartslag in rust die ligt tussen 60 en 75 hartslagen per minuut. Marathonlopers duiken al vrij snel ruim onder de 60. Topatleten hebben soms een hartslag in rust van rond de 40 of zelfs nog lager.

Soms staan in trainingsschema's richtlijnen voor trainen met de hartslagmeter vermeld op basis van percentages van de HFmax. Na het voorgaande is duidelijk dat deze richtlijnen geen rekening houden met iemands fitheid. De Fin Karvonen heeft een formule bedacht die daar wel rekening mee houdt:

HFopt = HFrust + (HFmax - HFrust) * X%

Bijvoorbeeld:

Op het moment van schrijven geldt voor mij een HFmax van 194 en een HFrust van 51. Voor een lange duurloop besluit ik uit te gaan van een intensiteit van 62%. Mijn hartslag moet dan ongeveer

51 + (194 - 51) * 62% = 140

zijn. Op mijn hartslagmeter programmeer ik dan een ondergrens van laten we zeggen 137 en een bovengrens van 143.

<<< 2. Waarom trainen met een hartslagmeter?

4. Trainingszones >>>